Delen geeft meer

“Niet meer het gevoel dat ik in de bijstand zit.”

Een bedrijf starten met behoud van uitkering en met de kracht van de groep als steun in de rug. Zo doen ze dat bij sociale coöperatie Scope in Delft. Iedereen met een goed zakelijk idee en een dosis doorzettingsvermogen kan lid worden. Door samen te sparren, te ontdekken en te bouwen wordt op een dag die uitkering vaarwelgezegd.

Een stralende dag in Delft. Een aantal leden van Scope komt bij elkaar in de buurthuiskamer Bellinilaan voor een goed gesprek over de betekenis van de coöperatie voor de deelnemers. Luisteraars Carin en Titus waren erbij en doen verslag.

Er wordt veel gewaardeerd hier         

“Dit is hoe mijn reis bij de coöperatie begonnen is: ik kreeg waardering. Daardoor kon ik gaan liften. Er wordt veel gewaardeerd hier. Dat iemand tegen je zegt: ‘O, ik vind het ontzettend mooi wat je maakt’. Dat is zo belangrijk. Dat is in Nederland niet in grote hoeveelheden aanwezig.” Aan het woord zijn Finn en Maria, allebei lid van de creatieve groep, een soort onderafdeling van Scope. Daarin zitten alle start-ups op het gebied van kunst, muziek en design. In de andere groep zitten de leden die een dienstverlenend kleinbedrijf willen beginnen.

Leden van sociale coöperatie Scope uit Delft

“Ik heb wel erg moeten wennen in het begin”, bekent Finn, “ik was helemaal niet gewend om in teamverband te werken. Ik kwam nog niet helemaal oké binnen. Maar ik kreeg gewoon de kans. Ik krijg hier gewoon alle ruimte, respect en tijd. Daardoor ontdek ik welke richting ik op wil en wie ik werkelijk ben. Ik ga me steeds meer verantwoordelijk voelen voor mijn eigen leven.”

Finn maakt digitale kunst en is heel enthousiast over de groep. “Ik kan hier mezelf zijn. Het voelt veilig, ja. Er wordt niet geoordeeld. Ik vind de mensen heel leuk, allemaal. Als ik iemand niet meteen leuk vind, probeer ik diegene beter te leren kennen. Als iemand echt zichzelf is, ben je automatisch leuk, denk ik.” Hoewel samenwerken niet altijd makkelijk is, heeft Finn doorgezet, ook bij conflicten. “Ik had vooroordelen over een andere deelnemer, en zij over mij. Maar we hadden allebei de moed om door te gaan. We hebben geleerd om geen drama te maken en de zaken professioneel te bespreken. Dat heeft veel met ons allebei gedaan, in goede zin.”

Maria

Allemaal kleine succesjes

Maria is artiest-zangeres en staat te popelen om iets moois te maken. “Ik wil creëren. Ik wil geven. Regeldingen zijn nodig, maar stomvervelend. Bovendien laat ik me vaak tegenhouden door anderen, door persoonlijke drama’s. Ik hou van mensen, maar ik vind ze ook doodeng.”

“Misschien laat je je te veel stagneren door wat er om je heen gebeurt”, denkt Finn hardop. “Ik herken dat wel, maar sinds ik niet meer naar anderen wijs, lukt alles.” Maria is blij met dit advies: “Ja, misschien laat ik mijn houding te veel afhangen van mijn omgeving. Ik ga proberen mijn eigen creatieve proces op gang te houden!”

De sociale coöperatie is duidelijk van grote waarde voor beide artiesten. Maria: “Het geeft ons een netwerk, we krijgen coaching, we werken samen. Dingen worden in gang gezet en we beleven allemaal kleine succesjes. ”Het bestaan van Scope heeft hen verrast. Finn: “Dit is de laatste plek waarvan ik had gedacht dat ik hulp zou krijgen. Ik wist niet dat dit bestond. Ik voel me echt minder alleen.” “Ik vind het ook een prachtig initiatief,” vult Maria aan, “en ik denk dat ik op mijn plek zit bij Scope. De coaching die ik krijg, het vertrouwen dat ik krijg, het geloof dat mensen in mij hebben, dat is zo waardevol. Ik wil er absoluut mee door. Maar is nog meer verbinding nodig. Zodat we elkaar beter kunnen helpen en om hulp kunnen vragen.”

Ruimte om het zelf uit te vogelen

Paul en Aïsha begeleiden de coöperatie en spelen een cruciale rol in de ondersteuning van de leden. Finn is blij met hen: “Aïsha heeft geholpen met subsidie aan te vragen. En Paul helpt om de chaos in mijn hoofd op papier te zetten en mijn gedachten te organiseren. Hij denkt mee en creëert overzicht.”

Voor de coördinatoren was het best een zoektocht naar de juiste rol. Aïsha: “Paul en ik hebben de teugels wat meer laten vieren. Want we waren te veel aan het invullen en sturen. En vervolgens dachten we: Goh, waarom komt er nou niks van die groep? Het gaat om eigenaarschap. Wij moeten dat durven loslaten en het meer laten ontstaan. In dat proces zitten wij nu. Ik vind het ongemakkelijk en toch ook leerzaam.”

Paul herkent dat. “Ik heb een natuurlijke neiging om in de reddersrol te stappen. En dan werkt op de achtergrond ook nog mee dat wij de schakel zijn tussen de deelnemers en de gemeente. Dat voel ik, in mijn nek. Dat maakt het soms ingewikkeld, maar ik leer steeds beter om spelenderwijs ruimte te geven, meer faciliterend bezig te zijn. En soms zeg ik ook: ‘Nu moet er gewerkt worden, aan de slag!’”

Het andere van Scope

Een sociale coöperatie is opvallend anders dan de traditionele gemeentelijke re-integratietrajecten. Finn: “Bij de reïntegratie-consulenten voelde ik mij echt onbegrepen. Ze zagen me niet. Maar nu bij Scope, heb ik zelfs helemaal niet meer het gevoel dat ik in de bijstand zit.” Ze droomt van groei in de creatieve groep: “Ik zou het zo leuk vinden als we op een gegeven moment een gezamenlijk project gaan doen!”

Maria is – vanwege privacy – niet de echte naam. Alle verhalen en uitspraken zijn daarentegen letterlijk opgetekend.

Foto’s van Finn, deelnemer sociale coöperatie Scope

Meer weten? Hier is meer informatie over Scope en over LaNSCO, het landelijk netwerk voor sociaal coöperatief ondernemen.